Aan de slag!
- Maak een plekje vrij in de koelkast waar je bakvorm straks past
- Snijd de dadels in kleine reepjes, of doe dit in een keukenmachine. Let op dat je ze niet te lang in de keukenmachine doet, want je wilt stukjes houden.
- Hak de walnoten fijn en zet even apart weg.
- Verwarm de boter in de koekenpan op laag vuur en haal met een keukenkwastje wat boter uit de pan en vet alvast de bakvorm in.
- Voeg nu de suiker toe aan de boter in de pan en wacht tot de suiker helemaal is gesmolten.
- Klop een eitje los en voeg dit toe aan de suiker en boter. Blijf roeren, je wilt niet per ongeluk stukjes omelet in je dadeltaart.
- Zet nu de boter en suiker iets hoger en voeg de dadels toe, meng alles goed door. En zet het vuur weer zacht.
- Kneus nu de biscuits in kleine stukjes, ongeveer 1-2 centimeter. Ik doe dit in een schone keukendoek, door ermee op het keukenblad te slaan.
- Voeg nu de biscuit-stukjes en walnoten toe aan het mengsel en blijf roeren. Heb je toevallig nog wat karamelsiroop staan, bijvoorbeeld voor in de koffie? Voeg dan in deze stap een shotglaasje karamelsiroop toe.
- Als het goed gemengd is, doe je het mengsel in de bakvorm en duw je het wat plat in de vorm met de bolle kant van een lepel
- Laat de taart afkoelen op een koele plek en zet daarna nog een uurtje in de koelkast.
- Wanneer de dadeltaart is afgekoeld, strooi je de kokosrasp erover.
De taart is machtig, snijd dus niet te grote plakken. Ik maak deze taart voor 8 personen in een bakvorn van 28cm en haal daar dus 8 plakken uit.